Staatsblad 2011, 165
12 april 2011

Besluit van 18 maart 2011 tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, tweede tranche)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 1 februari 2011, nr. 3100281, gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op de artikelen 1.2, 2.2, eerste lid, 2.4, eerste lid, en 2.18 van de Crisis- en herstelwet en de artikelen 2.1, derde lid, en 2.23, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 februari 2011, nr. W01.11.0027/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 maart 2011, nr. 3101440, uitgebracht mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:


    
Aan artikel 2, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, vijf onderdelen toegevoegd, luidende:

  1. Almere Centrum Weerwater zoals aangegeven op de kaart in bijlage 8;
  2. Amsterdam Buiksloterham zoals aangegeven op de kaart in bijlage 9;
  3. Doetinchem Hamburgerbroek zoals aangegeven op de kaart in bijlage 10;
  4. Maasdonk Nuland-Oost zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11;
  5. Soesterberg-Noord zoals aangegeven op de kaart in bijlage 12.


    
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De onderdelen c tot en met e worden geletterd als d tot en met f.
b. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. Leusden;.

c. De komma aan het slot van onderdeel d (nieuw) wordt vervangen door een puntkomma.
2. Het derde lid komt te luiden:

  1. Het verbod, gesteld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt voor de duur van tien jaar niet voor het bouwen van een mini windturbine. Bij het bouwen van een mini windturbine wordt het bepaalde krachtens artikel 2.6, tweede lid, van de wet in acht genomen.


    
Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  1. Het verbod, gesteld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt voor de duur van tien jaar niet voor het bouwen van een zuigercompressor-windturbinecombinatie met ten hoogste 400 kg ammoniak als koudemiddel:
    1. op of in directe nabijheid van een inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het houden van melkrundvee, of
    2. met als doel (drink)water te winnen uit de lucht.

D
     
Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Voor een omgevingsvergunning die ten behoeve van het bevorderen van duurzame en innovatieve toepassingen in het gebied Strijp-S in de gemeente Eindhoven met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden verleend, is in afwijking van artikel 5.18, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht de termijn, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, ten hoogste vijftien jaar.


    
Na artikel 6 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

Ten behoeve van:

  1. Stationsgebied Utrecht zoals aangegeven op de kaart in bijlage 7,
  2. Spoorzone Tilburg zoals aangegeven op de kaart in bijlage 13,
  3. Strijp-S in de gemeente Eindhoven zoals aangegeven op de kaart in bijlage 14,
  4. de uitvoering van de «Visie op de ondergrond» van de gemeente Zwolle zoals aangegeven op de kaart in bijlage 15,

kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van gebiedsgericht bodembeheer voor de duur van ten hoogste vijftien jaar besluiten tot afwijking van de artikelen:

  1. 1 van de Wet bodembescherming,
  2. 13 en 27 van de Wet bodembescherming voor zover de bodem is of wordt verontreinigd of aangetast door één of meerdere bemalingen die ten behoeve van bouw-, sloop- of onderzoekswerkzaamheden worden uitgevoerd of die het gevolg zijn van de onttrekking of infiltratie van grondwater door één of meerdere warmte koude opslagsystemen,
  3. 28, 29, 37, 38, 39, tweede lid, 39b, 40, 42 en 88 van de Wet bodembescherming,

voor zover die afwijking geen gevaar voor de gezondheid van mens of dier oplevert. Artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer is niet van toepassing op de besluiten met betrekking tot de bodem ten aanzien van deze gebieden.

Artikel 6b

Voor woningen die worden gebouwd in het project De Mars in Zutphen geldt, in afwijking van tabel 5.11 bij artikel 5.12 van het Bouwbesluit 2003, als grenswaarde voor de energieprestatiecoëfficiënt, 75 procent van de op grond van die tabel geldende grenswaarde.

F
     
Bijlage 5 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage A bij dit besluit.


    
Bijlage 7 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage B bij dit besluit.

H  
   
Er worden acht bijlagen toegevoegd als opgenomen in bijlage C bij dit besluit.

ARTIKEL II

De Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:

A
     
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan categorie 2. gebiedsontwikkeling en werken van provinciaal of nationaal belang wordt toegevoegd:

  1. ontwikkeling en verwezenlijking van rijksbufferzones

2. Aan categorie 3. gebiedsontwikkeling en werken van lokaal of regionaal belang wordt toegevoegd:

  1. ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan, het inpassingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, ten behoeve van de aanleg of wijziging van wegen

3. Categorie 7. natuur, water en waterstaatswerken wordt als volgt gewijzigd:

a. Punt 7.4 komt te luiden:

  1. aanleg of wijziging van zuiveringstechnische werken als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet.

b. Toegevoegd wordt:

  1. projecten ter uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier.

4. Aan categorie 8. spoorwegen wordt toegevoegd:

  1. aanleg of wijziging van tramwegen of metrowegen

B
|     
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan categorie A Nota Ruimte wordt toegevoegd:

Tweede tranche

Nr.

Omschrijving project

Omschrijving ligging of locatie

Vindplaats in MIRT projectenboek 2011

Vindplaats in Nota Ruimte Uitvoeringsbudget 2007–2014

Aard van het project

29

Atalanta Emmen

Stadscentrum Emmen met drie samenhangende deelprojecten
Centrum-West,
Verbinding via de Hondsrugweg, en locatie Hoofdstraat

P 316

Integrale gebiedsontwikkeling met focus op ontwikkeling van bovenregionale recreatieve voorziening (dierenpark) en binnenstedelijke herstructurering

2. Na categorie A Nota Ruimte wordt een categorie ingevoegd, luidende:

Aa. Gebiedsontwikkeling met nationale uitstraling

Nr.

Aanduiding project

Omschrijving ligging of locatie

Aard van het project

1

Amstelveenlijn

Het tracé loopt van Station Amsterdam Zuid via Buitenveldertselaan/Beneluxbaan naar halte Amstelveen Westwijk en via de Legmeerpolder naar de (verlengde) N201 ten zuiden van Amstelveen

Ombouw van bestaande tramlijn(nen) tot metro alsmede aanleg nieuw metrotracé en opstelterrein tot onderdeel van het totale metronetwerk in de stadsregio Amsterdam

2

Amsterdam VU-gebied

VU- en VUmc-terrein te Amsterdam

(Her)ontwikkeling van het terrein van de Vrije Universiteit (VU) en VU Medisch Centrum (VUmc) naar grootschalige en duurzame functies

3

Amsterdam Zuidas

Projectgebied van circa 270 hectare (ha), doorsneden door de Ringweg A10 Zuid, trein- en metrosporen

Grootschalige en hoogwaardige duurzame ontwikkeling met kantoren, woningen en voorzieningen

4

Den Haag Binckhorst

Verbinding van de verlengde Regulusweg en de Mercuriusweg

In het betreffende gebied, dat nu in gebruik is als bedrijventerrein, moet het tunnelproject Rotterdamse Baan worden gerealiseerd en wordt er gewerkt aan de vastgoedontwikkeling van diverse deelplannen. Om tijdens de bouw van de tunnel en de vastgoedontwikkeling de verkeersontsluiting van dit gebied te waarborgen, dient vooruitlopend het project Verlengde Regulusweg te worden gerealiseerd. Deze Regulusweg maakt onderdeel uit van de hoofdverkeersstructuur

5

Spoorzone Delft

Het gebied van de Spoorzone begint op het terrein van DSM/Gist in het noorden en loopt tot voorbij de Abtswoudseweg in het zuiden. Het noordelijk deel is de smalle strook van Phoenixstraat en Spoorsingel. Het middengedeelte wordt begrensd door Westvest en Coenderstraat. Het zuidelijk deel, tussen Engelsestraat en Industriestraat, omvat onder meer het oude emplacementsterrein

Integrale herontwikkeling in van een gebied van circa 40 hectare, tussen de binnenstad van Delft en de woonwijken ten westen en zuiden daarvan

6

Ruimte voor de Vecht

Overijssels Vechtdal

Integrale gebiedsontwikkeling Overijssels Vechtdal; toekomstvast garanderen van de waterveiligheid, realisatie van de natuuropgaven en versterking van de sociaal-economische infrastructuur in het Vechtdal

ARTIKEL III

In afwijking van artikel 3, tweede lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet vindt de aanwijzing van bedrijventerreinen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van dat besluit door burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden plaats uiterlijk drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, waarbij artikel I, onderdelen B, onder 2, en C, terugwerkt tot en met 1 oktober 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 maart 2011                                                            Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte

De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de twaalfde april 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen deel

Dit besluit behelst de zogenoemde tweede tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Die tweede tranche was reeds aangekondigd in de nota van toelichting bij het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Stb. 2010, 289).
Met dit besluit is een aantal ontwikkelingsgebieden als bedoeld in artikel 2.2 van de Crisis- en herstelwet aangewezen, is een aantal innovatieve projecten als bedoeld in artikel 2.4 van die wet benoemd, zijn twee kaarten vervangen door een verbeterde versie en is een aantal (categorieën van) ruimtelijke of infrastructurele projecten toegevoegd aan de bijlagen bij die wet.
Dit besluit schept geen verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft derhalve geen gevolgen voor de administratieve lasten.
Dit besluit heeft geen gevolgen voor de rijksbegroting. Definitieve besluitvorming inzake projecten die worden toegevoegd aan de reikwijdte van de Crisis- en herstelwet vindt plaats op het daarvoor geëigende moment.
De aanwijzing van ontwikkelingsgebieden en innovatieve projecten is gebeurd op verzoek van de betrokken gemeenten. De toevoeging van (categorieën van) projecten aan de bijlagen bij de Crisis- en herstelwet is gebeurd naar aanleiding van signalen van gemeenten.

II. Artikelsgewijs

Artikel I


onderdeel A

Met deze aanvulling van artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet zijn gebieden aangewezen waarbinnen de gemeenten Almere, Amsterdam, Doetinchem, Maasdonk en Soest met gebiedsontwikkelingsplannen kunnen gaan experimenteren. In de genoemde gebieden blijken gewenste transformaties niet of moeilijk te realiseren zijn omdat de (beperkte) milieuruimte in de gebieden dat niet toelaat. Het gebiedsontwikkelingsplan biedt de mogelijkheid de milieugebruiksruimte op een andere manier te verdelen waardoor de gewenste maatschappelijke ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd. Ook biedt het plan de mogelijkheid om een verschillend tijdpad te kiezen voor enerzijds de gewenste ontwikkelingen en anderzijds de te nemen maatregelen ter bevordering van een optimale milieukwaliteit, waarbij maximaal tien jaar afgeweken kan worden van de milieunormen.

Almere: Centrum Weerwater (onderdeel e)

Almere, de regio en het Rijk staan voor de nationale opgave van een drievoudige schaalsprong voor de noordelijke Randstad en daarbinnen de verdubbeling van het huidige Almere. Onderdeel hiervan vormt de complexe en integrale gebiedsontwikkelingsopgave in het gebied Centrum Weerwater, bestaande uit:

  1. Een gefaseerde hoogwaardige binnenstedelijke gebiedsontwikkeling. Een integrale opgave die Almere Centrum Weerwater de kans biedt om door te groeien tot een centrum met bovenregionale betekenis.
  2. De verbreding en verlaging van de A6 (van 2x2 rijstroken naar 4x2 rijstroken) uitvoeren, met daarbij de maatregelen ten behoeve van een optimale milieukwaliteit die randvoorwaardelijk zijn voor de gebiedsontwikkeling.

Almere wil voor de ontwikkeling van het gebied Centrum Weerwater om twee redenen gebruik maken van de mogelijkheid om tijdelijk af te kunnen wijken van de geluidsnormen:

  1. de benodigde voor investering in geluidswerende maatregelen legt een onhaalbare claim op de ontwikkeling,
  2. de economische recessie zet de programmering van de gebiedsontwikkeling onder druk.

Een markttechnisch verantwoorde ontwikkeling vraagt om een verstandige fasering, die kan worden vastgelegd in het te maken gebiedsontwikkelingsplan.

Amsterdam: Buiksloterham (onderdeel f)

Buiksloterham maakt deel uit van de Noordelijke IJ-oever en zal de komende jaren veranderen van een industriegebied in een duurzaam grootstedelijk woonwerkgebied. Voor een deel van het gebied geldt dat de beoogde ontwikkeling op dit moment nog niet mogelijk is vanwege de aanwezigheid van een afvalpunt van de gemeente. Door het gebied aan te wijzen als ontwikkelingsgebied kan vooruitlopend op de verplaatsing van het afvalpunt al gestart worden met de realisatie van delen van het plan (met name circa 25 waterwoningen). De verplaatsing van het afvalpunt is daarmee de belangrijkste maatregel in het te maken gebiedsontwikkelingsplan.

Doetinchem: Hamburgerbroek (onderdeel g)

Hamburgerbroek-Noord is een voormalige bedrijfslocatie ten zuiden van de historische binnenstad van Doetinchem. Het plangebied wordt begrensd door de Oude IJssel, het spoortalud van Arnhem naar Winterswijk, en de C. Missetstraat.
Het terrein zal de komende jaren transformeren van een bedrijfslocatie naar voornamelijk een woongebied (circa 450 woningen) gecombineerd met commerciële voorzieningen (circa 7600 m2 bvo) en een aantrekkelijk verblijfsgebied.
In het gebied zijn verschillende stappen ondernomen om de milieubelemmeringen in het gebied, die overigens van buiten het plangebied komen, op te lossen dan wel terug te brengen tot de eisen vanuit de verschillende milieuwetten. De aanpassingen variëren van bronmaatregelen (o.a. toepassing van BBT), procedurele maatregelen (bestemmingsplan, parapluherziening Geluidzone Verheulsweide etc.), ruimtelijke en bouwtechnische maatregelen (structuur, gebruik en voorzieningen).
In het plangebied zelf is tot slot in een geluidafschermende bebouwing (kantoren) voorzien, die echter vanwege de huidige crisis op de kantorenmarkt later zal worden gebouwd dan de woningen. Dit geeft een probleem in de fasering van de gebiedsontwikkeling. Doetinchem wil dan ook tijdelijk kunnen afwijken van de geluidsnormen, teneinde eerst de woningen te kunnen bouwen en later, doch uiterlijk binnen tien jaar na vaststelling van het gebiedsontwikkelingsplan voor Hamburgerbroek, de geluidafschermende kantoren.

Maasdonk: Nuland-Oost (onderdeel h)

Doel van het project Nuland-Oost (gemeente Maasdonk) is het ontwikkelen van 300 woningen in een gebied ten noorden van de Industriestraat en de herstructurering van een bestaand bedrijventerrein ten zuiden van de Industriestraat. Het gebiedsontwikkelingsplan voor Nuland-Oost zal met name ingaan op de uitplaatsing van een recyclingbedrijf dat vanwege de huidige milieucirkel de genoemde ontwikkelingen in de weg staat.
Het gebiedsontwikkelingsplan geeft Maasdonk de mogelijkheid om het beoogde woongebied alvast te ontwikkelen en verdere herstructurering op te starten vóórdat de milieucirkel van het recyclingbedrijf is weggenomen.

Soest: Soesterberg-Noord (onderdeel i)

Soesterberg-Noord is een woon-/werkgebied ten noorden van de N237 (Amersfoortsestraat), tussen de woonkern Soesterberg en het terrein van de voormalige vliegbasis Soesterberg. Het gebied is ongeveer twintig hectare groot en bevat ongeveer zeventig woningen en zeventien hectare bedrijfsterrein.
In het masterplan Soesterberg is Soesterberg-Noord aangewezen als gebied waar woningen de plaats zullen innemen van een deel van de bedrijven. Deze functieverandering zal vooral in het noordoostelijk deel van het gebied worden gestimuleerd. Daarmee wordt beoogd de woonkern Soesterberg weer te verbinden met het vrijgekomen natuurgebied van de voormalige vliegbasis.
Bij het veranderen van een bedrijfsbestemming in een woonbestemming op een bedrijventerrein ontstaan milieuproblemen. De nieuwe woonbestemming wordt geprojecteerd in de milieuzone van de nog bestaande, naastgelegen bedrijven. Om de milieuproblemen te voorkomen moeten de bedrijven met de grootste (formele) milieuzone verdwijnen dan wel minder hinderlijk worden gemaakt. Dit is ook nodig om de gewenste woningbouw mogelijk te maken op het aangrenzende deel van de voormalige vliegbasis. Minder hinderlijk maken, kan inhouden dat er fysieke maatregelen nodig zijn en dat de ongebruikte milieuruimte tegen vergoeding wordt teruggebracht.
In het gebiedsontwikkelingsplan kunnen dergelijke maatregelen, waarbij overigens getracht wordt ze in minnelijk overleg tot stand te brengen, worden vastgelegd.
Artikel 2, eerste lid, aanhef, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bepaalt dat de in dat lid genoemde gebieden voor de duur van tien jaar worden aangewezen als ontwikkelingsgebied. Voor de gebieden die met dit besluit zijn toegevoegd aan artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet geldt dat die termijn van tien jaar is aangevangen op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

onderdeel B

onder 1

Met deze wijziging is de gemeente Leusden opgenomen in het rijtje van gemeenten waarbinnen op door burgemeester en wethouders aangewezen bedrijventerreinen vergunningvrij mini windturbines kunnen worden geplaatst. De gemeente Leusden was bij de voorbereiding van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet ook al in beeld voor deze mogelijkheid, maar omdat de onderhandelingen over het te vormen college van burgemeester en wethouders nog niet waren afgerond, heeft de gemeente toen afgezien van deelname. De gemeente heeft laten weten graag alsnog mee te willen doen.

onder 2

Met deze wijziging wordt de bepaling dat het bouwen van mini windturbines bouwvergunningvrij is, aangepast aan de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hiermee wordt niet afgeweken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht maar invulling gegeven aan de bevoegdheid van artikel 2.1, derde lid, van die wet.
Met de toegevoegde volzin is zeker gesteld dat de maximale bouwhoogten die door de Minister van Defensie zijn vastgesteld met het oog op het functioneren van radarstations in acht worden genomen bij het bouwen van mini windturbines.

onderdeel C

Met deze wijziging wordt de bepaling dat het bouwen van zuigercompressor-windturbinecombinaties als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bouwvergunningvrij is, aangepast aan de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hiermee wordt niet afgeweken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht maar invulling gegeven aan de bevoegdheid van artikel 2.1, derde lid, van die wet.

onderdeel D

Artikel 6 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bepaalde dat in het gebied Strijp-S voor de duur van ten hoogste vijftien jaar kon worden afgeweken van het bestemmingsplan. Daartoe werd afgeweken van het bepaalde in artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening.
De mogelijkheid om in afwijking van het bestemmingsplan tijdelijk gebruik toe te staan is sinds 1 oktober 2010 geregeld in artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In artikel 5.18, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht is bepaald dat dat tijdelijk gebruik voor ten hoogste vijf jaar kan worden toegestaan.
In artikel 6 (nieuw) van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet is die termijn bepaald op ten hoogste vijftien jaar. Hiermee wordt niet afgeweken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, maar wordt op grond van artikel 2.23, tweede lid, van die wet, in afwijking van het Besluit omgevingsrecht, een andere termijn gesteld.

onderdeel E

Dit onderdeel behelst de aanwijzing van vijf innovatieve projecten.

artikel 6a van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

De in dit artikel genoemde projecten hebben alle betrekking op de Wet bodembescherming.
Ten behoeve van deze projecten kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken van de genoemde artikelen van de Wet bodembescherming. Die afwijkingsmogelijkheid biedt meer mogelijkheden voor het omgaan met lokale bodemverontreinigingen die worden aangetroffen tijdens de ontwikkeling van deze gebieden. Voorts is voor deze projecten uitstel van de inwerkingtreding van besluiten tot na de beroepstermijn alsmede de automatische schorsende werking van een verzoek om voorlopige voorziening op grond van artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer buiten toepassing verklaard. Deze besluiten treden daarom op grond van de Algemene wet bestuursrecht in werking na bekendmaking.

artikel 6b van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

Dit artikel betekent dat woningen die worden gebouwd in het project De Mars in Zutphen een energieprestatiecoëfficiënt van ten hoogste 75 procent van de op grond van het Bouwbesluit 2003 geldende grenswaarde hebben (op dit moment is dat een energieprestatiecoëfficiënt van ten hoogste 0,43). De gemeente ziet hier in het kader van de verlening van de omgevingsvergunning op toe. Het staat de bouwer van de woningen vrij om een lagere energieprestatiecoëfficiënt na te streven dan 75 procent van de geldende grenswaarde, maar de gemeente kan en mag dat niet «afdwingen». Voor de vergunningverlening is 75 procent van de geldende grenswaarde de norm waaraan getoetst wordt.
Als gevolg van de lagere grenswaarde kan de gemeente collectieve warmtelevering voorschrijven. Die collectieve warmtelevering moet de drager van de gebiedsontwikkeling zijn.

onderdeel F

Dit betreft een verbeterde versie van de kaart waarop het gebied Florijnas in Assen is weergegeven.

onderdeel G

Dit betreft een verbeterde versie van de kaart waarop het Stationsgebied Utrecht is weergegeven.

onderdeel HG

Deze toevoeging betreft de kaarten genoemd in de onderdelen A en D.

Artikel II

onderdeel A

Op grond van artikel 1.2 van de Crisis- en herstelwet kunnen categorieën van projecten worden toegevoegd aan bijlage I bij die wet. Dit onderdeel strekt daartoe.

onder 1

De rijksbufferzones worden toegevoegd aan categorie 2. gebiedsontwikkeling en werken van provinciaal of nationaal belang van bijlage I bij de Crisis- en herstelwet.
De realisatie van rijksbufferzones is van regionaal of nationaal belang. Toevoeging aan categorie 2 vergroot de bestuurlijke daadkracht en versnelt de uitvoering van rijksbufferzones.

onder 2 en 4

Door het toevoegen van gemeentelijke en provinciale wegen aan categorie 3. gebiedsontwikkeling of werken van lokaal of regionaal belang van bijlage I bij de Crisis- en herstelwet en tram- en metrowegen aan categorie 8. spoorwegen van die bijlage wordt de aanleg of wijziging van lokale infrastructuur procedureel versneld. Met deze toevoegingen krijgen lokale en regionale overheden dezelfde procedurele voordelen voor dit soort projecten als het Rijk.

onder 3

onder a

De renovatie of samenvoeging van Riool Water Zuiveringsinstallaties (RWZI’s) gaat gepaard met langdurige trajecten voor milieuvergunningen, wijziging van bestemmingsplannen, watervergunningen en bouwvergunningen. Gezien het grote maatschappelijke, milieuhygiënische en ecologische belang van dit soort projecten is echter een snelle realisatie wenselijk.

onder b

Gezien het grote maatschappelijke belang van de projecten die strekken tot uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier is een snelle realisatie wenselijk.

onderdeel B

Op grond van artikel 1.2 van de Crisis- en herstelwet kunnen projecten worden toegevoegd aan bijlage II bij die wet. Dit onderdeel strekt daartoe.

onder 1

Atalanta is een integraal gebiedsontwikkelingsproject, beoogt een schaalsprong te realiseren voor het stadscentrum van Emmen en het regionale voorzieningenniveau, en behelst drie samenhangende deelprojecten:

  1. Centrum-West: de bouw van een belevenspark (nieuw Dierenpark en stadstheater) aan de westkant van het centrum;
  2. De verbinding: de Hondsrugweg wordt voor een deel verdiept aangelegd en overkluisd door een nieuw centrumplein;
  3. Locatie Hoofdstraat: de herontwikkeling van het huidige dierenpark naar een «mensenpark».

Atalanta is een zeer complex en omvangrijk project (investeringsvolume van circa € 500 miljoen) met grote belangen. Atalanta is opgenomen in het MIRT-projectenboek 2011.

onder 2

Amstelveenlijn

Door de toename van inwoners en arbeidsplaatsen in de regio Amsterdam neemt de vraag naar goed en betrouwbaar openbaar vervoer tussen Amstelveen en Amsterdam toe. De huidige Amstelveenlijn heeft onvoldoende capaciteit en kwaliteit. Daarnaast nadert deze lijn het einde van haar levensduur.
Ombouw en verlenging van de bestaande Amstelveenlijn tot metro is een passend antwoord op de toekomstige vraag naar hoogwaardig openbaar vervoer. Het leidt tot sneller, comfortabeler, veiliger en betrouwbaarder vervoer tussen Amsterdam en de zuidlob van de Metropoolregio Amsterdam. Een snelle uitvoering is dan ook zeer gewenst.

Amsterdam VU-gebied

De (her)ontwikkeling van het VU-gebied voorziet in een grootschalige, hoogwaardige en duurzame (door)ontwikkeling. Dat betekent dat er gebouwen zullen worden gesloopt, er nieuwe gebouwen zullen worden gerealiseerd en er functies wijzigen en worden toegevoegd. Al deze ontwikkelingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het economisch herstel, waarbij met name de bouwsector bij uitvoering van de ontwikkelingen een belangrijke impuls kan krijgen. Een snelle uitvoering is dan ook zeer gewenst.

Amsterdam Zuidas

Het project Zuidas voorziet in een grootschalige, hoogwaardige en duurzame ontwikkeling, waarbij het gaat om kantoren, woningen en diverse voorzieningen. Al deze ontwikkelingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het economisch herstel, waarbij met name de bouwsector bij uitvoering van de ontwikkelingen een belangrijke impuls kan krijgen. Een snelle uitvoering is dan ook zeer gewenst.

Den Haag Binckhorst

In het gebied Binckhorst te Den Haag, dat nu in gebruik is als bedrijventerrein, moet het tunnelproject Rotterdamsebaan worden gerealiseerd en wordt er gewerkt aan de vastgoedontwikkeling van diverse deelplannen. Om tijdens de bouw van de tunnel en de vastgoedontwikkeling de verkeersontsluiting van dit gebied te waarborgen, dient daarop vooruitlopend het project Verlengde Regulusweg te worden gerealiseerd. Deze Regulusweg maakt onderdeel uit van de hoofdverkeersstructuur.
De Regulusweg zal, vooruitlopend op de ontwikkeling van Binckhorst-zuid, worden verlengd en verbreed en maakt daarmee deel uit van de eerste fase van de ontwikkelingsstrategie van Nieuw Binckhorst. Het nieuwe tracé moet in gebruik kunnen worden genomen voordat de werkzaamheden voor de Rotterdamsebaan op de Binckhorstlaan gaan beginnen. De Regulusweg dient dan als alternatieve route door de Binckhorst ten tijde van de uitvoering van de Rotterdamsebaan.

Spoorzone Delft

Het Project Spoorzone Delft houdt de integrale herontwikkeling in van een gebied van circa 40 hectare, tussen de binnenstad van Delft en de woonwijken ten westen en zuiden daarvan. Het project bestaat uit de aanleg van spoorinfrastructuur met een spoortunnel van 2,3 kilometer inclusief toeritten, een ondergronds station met perrons en een bovengrondse stationshal, een OV-knooppunt met fietsenstalling voor 5.000 fietsen, busplatforms, tramhaltes, taxistandplaatsen en kiss- & rideplaatsen. Daarnaast bestaat het project uit de herontwikkeling van een nieuw stedelijk gebied door realisatie van circa 1500 woningen en 50.000 m2 kantoorruimte, een stadspark en water. En voor de kwalitatief hoogwaardige herinrichting van de openbare ruimte worden fietsvoorzieningen, parkeerfaciliteiten en wegen gerealiseerd.

Ruimte voor de Vecht

Rust en ruimte zijn het visitekaartje van het Vechtdal. Tegelijk moet het gebied leefbaar en aantrekkelijk blijven voor wie hier woont, werkt en recreëert. Dat vraagt om investeringen, met aandacht voor de bijzondere waarden voor veiligheid en natuur, recreatie en voor wonen en werken.

Artikel III

Bedrijventerreinen waar op grond van artikel 3 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet vergunningvrij mini windturbines kunnen worden geplaatst moeten volgens artikel 3, tweede lid, van dat besluit binnen drie maanden na inwerkingtreding van dat besluit worden aangewezen door burgemeester en wethouders. Die termijn is inmiddels verstreken aangezien het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet op 17 juli 2010 in werking is getreden.
Daarom bepaalt dit artikel de termijn om die bedrijventerreinen aan te wijzen voor de gemeente Leusden op drie maanden na inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel IV

Gelet op het belang dat gemoeid is met dit besluit is geen toepassing gegeven aan de in het kabinetsbeleid met betrekking tot vaste verandermomenten vastgelegde invoeringstermijn van drie maanden. De gemeenten die het betreft hebben verzocht om deze wijzigingen en ondervinden geen nadeel van de kortere invoeringstermijn.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte